Sta even stil bij vrijheid

Reacties uitgeschakeld voor Sta even stil bij vrijheid 151

Op 4 en 5 mei herdenken we de slachtoffers van oorlog en staan we stil bij de vrijheid. Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd en de tweede wereld oorlog te einde was. Vorstenbosch kent geen traditie van intensief herdenken van slachtoffers en vieren van de vrijheid. De oorlog was niet zo nadrukkelijk aanwezig. Met name de aanwezigheid van het joodse meisje Helene Egger en haar familieverhaal heeft de voorbije jaren enkele keren de aandacht getrokken. 

Lees door hier te klikken eerdere verhalen die rondom de oorlog op deze website verschenen.

Ter ere van de landelijke 75 jarige 4 en 5 mei viering plaatsen we hier een persoonlijke ervaring rondom de bevrijding. Arnold van Houdt groeide tijdens de oorlog op aan de Kampweg bij zijn ouders, broer en twee zussen. Daar maakte hij als 10 jarige ook de bevrijding mee. Hij noteerde op latere leeftijd een aantal ervaringen uit zijn jeugd, onder andere die rondom de bevrijding. Leven in oorlog was tot dat moment de “normale” situatie voor hem als kind.

Wat is geen oorlog?

De oorlog in Vorstenbosch verdwijnt zoals hij is gekomen. Soldaten die langs ons huis trekken. Nu zijn dat Amerikanen. Een klein groepje, te voet, het geweer in de aanslag. Ze wandelen richting de bosweg alsof ze onderweg zijn naar een uitje. Zij lopen dezelfde route als de Duitsers bij het begin van de oorlog alleen volgen ze de route precies andersom. Wij vinden de Amerikaanse soldaten stoer en dapper. Ik kan niet begrijpen dat ze niet bang zijn. Zijn alle Duitsers wel echt weg uit Vorstenbosch? Pas waren ze nog hier. Bij verschillende mensen hebben ze toen fietsen meegenomen.

Als Antoon (joods onderduiker Elie Hart) op de dag van de bevrijding bovenop de roggemijt zwaait naar de zwevers, de laag over glijdende vliegtuigen, sta ik achter het huis en kijk, net als iedereen, verschrikt en verwonderd naar de lucht. Nooit eerder zagen wij zulke grote vliegtuigen zo laag en langzaam overvliegen. Een vreemd gezicht is het ook dat achter de vliegtuigen grote zwevers hangen.

De overkomende vliegtuigen in de lucht brengen op de grond iedereen in beweging. Mensen komen de straat op. Iemand die langs fietst roept “we zijn bevrijd”. Hij kan het weten, is al onderweg. Wat gaat er veranderen. Ik weet het niet. Ik weet zelfs niet wat het betekent: “geen oorlog”. De grote mensen lijken gek te worden. Ze roepen en rennen tegelijk. Alles is in beweging. Jongens klimmen in bomen om toch maar zeker iets te kunnen zien. “Ginds zijn ze aan de grond” roepen ze en weg zijn ze. Iemand beweert met stelligheid dat de piloten vanuit het vliegtuig naar hem zwaaiden toen hij zijn hand op stak. Ineens zien wij mensen, vooral jonge mannen, die lang verdwenen waren. Mensen vallen elkaar om de nek, ze lachen en huilen tegelijkertijd.

De volgende dag, hoe ik er kom weet ik niet, sta ik met vriendjes in Mariaheide. Te voet zijn wij daar. Ik kijk mijn ogen uit naar de voorbijtrekkende tanks en militaire wagens. Het is een rij zonder einde. Wij zien zwarte mensen. Ze zijn anders dan die wij kennen van de missieverhalen. Soldaten op de motor komen langs de kant van de weg de stoet voorbij gereden. Iedereen langs de weg deint terug, wij ook. Plots stopt er een, zomaar. Op zijn motorhelm heeft hij een grote stofbril. Hij kijkt naar ons. Het is of wij daar een eeuwigheid staan. Ineens weet ik dat we naar huis moeten. Ik ben bang ervan langs te krijgen. Niemand bij ons thuis weet waar ik ben. Nog nooit was ik zo lang zomaar weg van huis. Thuis is het geen probleem. We zijn bevrijd. De vreugde daarover is nog even groot. Iemand heeft al bij een huis een roodwitblauwe vlag gezien. De paar zweefvliegers die in Vorstenbosch zijn neergekomen zijn al weer weg. Jammer. Zij waren trouwens uit de koers geraakt. Hun landingsterrein was ergens anders. Geen soldaat is er meer te bekennen.

Vorstenbosch is de dag na de bevrijding weer het dorp van gister en toch anders. Vorstenbosch is bevrijd. In de loop van de tijd komen – hoera, hoera – ook op Vorstenbosch soldaten. Op een dag rijdt zomaar een legerauto bij ons het erf op. Hij wordt geparkeerd naast de hoge meidoornhaag achter de schuur. Met een camouflagenet wordt hij onzichtbaar gemaakt. De wagen is een commandowagen. Binnenin is een kantoor met een echt bureau en met deftige stoelen met rode bekleding. Zoiets hebben wij nog nooit gezien. Het kantoor wordt al de dagen dat de auto bij ons staat niet gebruikt.

Interessanter is het in de Hondstraat. Daar zijn hele groepen soldaten met hun voertuigen neergestreken. Ze lopen rond, zetten thee en praten een taaltje waarvan we geen woord verstaan. We mogen overal bij zijn en bijna overal aanzitten. Paniek is er even als een van de aanwezige meisjes behulpzaam wil zijn en met een jerrycan naar een smeulend houtvuurtje gaat om het vuur wat aan te wakkeren. Nooit meer doen. Die Engelse waarschuwing wordt goed begrepen.

Even later nemen de soldaten hun intrek in onze school. Dat is helemaal feest. Voorlopig hoeven wij niet naar school.

Engelse soldaten bij de lagere school in de Kerkstraat, mei 1945.

Voor ons komt het militaire gebeuren erg dichtbij als op het weilandje bij van Asseldonk een hospitaal wordt ingericht. Een grote tent in het midden met van alles er omheen. Op verschillende plaatsen op het veld worden grote witte doeken met een rood kruis erop neergelegd. Er rijden ook ziekenauto’s af en aan. Daar rondlopend laat een soldaat mij drinken van zijn thee. Het blijkt whisky. Vies spul.

Twee soldaten gaan dood. Ze worden in een hoek van het veld, net tegenover Willem van de Velden, begraven.  Ze zijn begraven gewikkeld in een deken. Als hommage aan de dappere bevrijders worden de graven van de twee soldaten al de tijd dat ze er liggen door de buurt keurig onderhouden. De verzorging en versiering van de graven duurt voort tot ze worden opgehaald om in Uden op de militaire begraafplaats te worden herbegraven. Ik herinner het me later in het bijzonder als ik deel uitmaak van een erewacht van de luchtmacht op de begraafplaats in Uden. Ik ben dan zelf soldaat en besef dat je op zo’n leeftijd veel te jong bent om te sterven. “Dankjewel lieve heer dat ik soldaat ben in een tijd waarin het geen oorlog is” denk ik dan.

In Vorstenbosch maakt de aanwezigheid van de soldaten alle dagen boeiend. In de grote zaal van het parochiehuis worden voor de soldaten en de mensen van Vorstenbosch films gedraaid. Natuurlijk zijn wij er bij. Voor het eerst van mijn leven zie ik een film. Een film van de dikke en de dunne, ze lopen met een grote staande klok te sjouwen. Na afloop nodigen de mensen de soldaten mee op huisbezoek. De moeders met grote dochters aan hun arm krijgen de meeste Engelse gasten. Ik leer daar van horen zeggen de eerste Engelse zin: “Come you to night in my home, we have eggs”. Vanwege de bevrijding mag het allemaal van de pastoor.

 

Overeenkomstige artikelen

VORSTENBOSCH info