Originele tekst Jacques Sinninghe (1904-1988), een verteller en verzamelaar van onder meer sagen en sprookjes. Bericht van deze paastraditie is gepubliceerd in het gezinsblad Edele Brabant van maart 1948. Bewerking Frank Geenen.
Terwijl de kleine kinderen zich afvragen in welke verborgen hoek van stal of schuur de geheimzinnige Paasvogel dit maal zijn eieren zal leggen, trekken de jongens en meisjes al heel vroeg in de morgen naar school. Ze zijn op z’n paasbest gekleed. Bovendien zijn de petten van de grote jongens zo kwistig met linten, strikken en bloemen van gekleurd papier versierd, dat je hun hoofden niet meer ziet. Maar zij moeten er ook op uit trekken om eieren te ratelen, terwijl de meisjes en de kleinere jongens in de school kunnen blijven, waar de meester hen trakteert voor met hen door het dorp te paraderen. Na die wandeling mogen ze nog de hele dag bij de school blijven spelen.
De grote jongens, elk met een ratel gewapend. die ze voortdurend hanteren, stellen zich in groepen op. Elke groep neemt een deel van het dorp voor zijn rekening. Twee sterke betrouwbare jongens gaan voorop als gidsen. De ene draagt een korf voor de eieren, de andere een zakje voor de centen. De penningmeester is ook met een knuppel gewapend, om zo de nodige orde te handhaven. Zo gaan ze op weg. Eerst door de straten van het dorp, maar daarna over de landwegen en de smalle paden langs de akkers. Zo dat zelfs de meest afgelegen boerderij niet wordt overgeslagen. Reeds van verre hoort men de ratelaars aankomen en men staat al klaar om hen te ontvangen. Zingend komen ze dan binnen:
Vrouwke, vrouwke, doe oe best
Hoal de eikel uit de nest
Van die witte hennen
God zal ze kennen.
Een ei is geen ei, twee ei is een half ei, drie ei is een Paasei.
Zo luidt het lied in Vorstenbosch en omgeving. In andere plaatsen zingen ze soms een andere tekst. Daarna nemen ze de eieren en centen in ontvangst. Centen hebben ze het liefst, want die mogen ze onder elkaar verdelen, terwijl de eieren voor de meester zijn. Zoals uit het liedje blijkt werden oorspronkelijk alleen eieren opgehaald.
Gaan ze met lege handen weg, wat zelden of nooit gebeurt, dan klinken hun stemmen nog lang over het erf.
Doar is ’n goatje deur de deur.
Doar kiekt de gierigen-duvel deur.
In Bedaf (daar stond de school ten tijde van deze traditie) bestrijkt men een groot gebied. Ze komen te Bedaf, Hoogstraat en Rakt onder Uden, te Driehuizen. Hoge- en Lage Hei en Ven onder Veghel: te Dintersche Hoek, Hazelberg en Kampen onder Dinther en te Derpt en Vorstenbosch onder Nistelrode.
Dit gebruik, beschreven aan de hand van oude aantekeningen, ging al lang geleden verloren. In Bedaf werd in 1881 voor de laatste maal gerateld. Waarom de traditie een einde nam is niet bekend.