Schilderij van Theo van der Biezen Heesch aan de hand van schaarse foto’s en verhalen
In een poging om aan de oprukkende Duitse legers te ontsnappen, werden op 20 mei 1940 in Duinkerken 1500 Nederlandse soldaten ingescheept op een Frans vrachtschip, het stoomschip de Pavon. Onder hen ook Vorstenbosschenaar Grard Voets (1904-1996). Na een bombardement op volle zee en een barre tocht van honderden kilometers, dwars door vijandelijk gebied, kwamen ze op 50 gesneuvelden na weer thuis.
Volgens jaar vieren we dat we 75 jaar geleden bevrijd werden na 4,5 jaar oorlog. Maar ook het begin van de oorlog in 1940 heeft zijn verhalen.
De Mooi Laarbeek krant [download id=”19921″] waarin onder andere Jo van de Biggelaar-Voets uit Lieshout, dochter van Grard en Betje Voets-Bronts uit Vorstenbosch vertelde over haar vader Grard Voets.
Jo van de Biggelaar-Voets
Grard en Betje Voets-Bronts
Mobilisatie
In 1939 werden alle soldaten van de lichtingen tot en met 1924 opgeroepen om het land te verdedigen. Grad Voets uit Vorstenbosch, destijds 35 jaar, werd gestationeerd in Roermond. De eerste verdedigingslinie was de Maas. De tweede verdedigingslinie was de Peel-Raamstelling. Dat was een defensiekanaaltje van Griendsveen tot aan het riviertje de Raam in Mill. Daarlangs was een gordel van bunkers. De derde verdedigingslinie was de Zuidwillemsvaart. Men hield niet echt rekening met een Duitse inval. Nederland was neutraal en het leger hopeloos slecht georganiseerd en bewapend.
Soldaat Voets
Toen op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak boden Nederlandse soldaten dapper weerstand. Maar ze hadden geen schijn van kans. De ene na de andere verdedigingslinie moest verlaten worden. In grote chaos trokken Nederlandse legereenheden via Tilburg, Breda, richting Zeeland. Grard Voets in Roermond was ternauwernood ontsnapt aan de Duitsers. Hij kreeg een lift van een motorordonnans en wist Eindhoven te bereiken. Via Tilburg en Breda, kwam hij in Zeeuws Vlaanderen terecht.
Capitulatie en aftocht naar Duinkerken
Na het bombardement van Rotterdam capituleerde het Nederlandse leger. Het was geen algehele capitulatie. De strijd zou vanuit Zeeland voortgezet worden met Franse hulp. Maar de organisatie was slecht en de Duitse dreiging werd steeds groter. Ontsnappen richting het zuiden moest snel gebeuren. Uiteindelijk kwamen ze via België in Duinkerken, samen met honderden andere Nederlandse soldaten. In Duinkerken werden ze opgevangen in een noodkazerne met een Franse commandant. Ze kregen wat te eten en ze hoorden de volgende dag dat ze per schip naar Cherbourg of Engeland gebracht zouden worden.
Inscheping op de Pavon
Dat schip was toomschip De Pavon, een Frans vrachtschip dat provisorisch geschikt was gemaakt voor het vervoer van troepen. In het ruim waren tussendekken aangebracht, die met ladders bereikbaar waren. Het aantal Nederlandse soldaten in Duinkerken was ondertussen opgelopen tot meer dan 1700. De Franse commandant zat lelijk in zijn maag met deze grote groep, haveloze, moedeloze hongerige soldaten. Ze moesten wapens en materieel inleveren. Dat was heel vernederend. Hij wilde alle soldaten in één keer in de Pavon proppen. De kapitein protesteerde maar het werden toch nog 1500 soldaten die hutjemutje op de tussendekken zaten. Duitse vliegtuigen cirkelden ondertussen onheilspellend boven de haven.
Bombardement
De Pavon koos op 20 mei 1940 zee. Het was een heldere nacht met volle maan. Na enkele uren werd de Pavon gebombardeerd door Duitse vliegtuigen. Een voltreffer zorgde voor enorme paniek.
SS De Pavon op het strand
Er vielen een groot aantal gewonden en 50 soldaten sneuvelden. Het gekerm van de vele gewonden ging door merg en been. In het onderste ruim lagen balen katoen. Die hadden vlam gevat en verspreidden een verstikkende rook. In dat ruim, vielen de meeste slachtoffers. De paniek was zó groot dat de kapitein zelfs enkele keren met zijn pistool in de lucht moest schieten om de orde te herstellen.
Toen het licht werd, zette de kapitein het schip aan de grond op het strand bij het dorpje Les Hemmes de Marck, bij Calais. Het was vloed en de afstand naar de kust groot. Een aantal soldaten sprongen in zee en probeerden zwemmend de kust te bereiken. Toen het eb werd, werden touwen aan de zijkant van het schip gehangen. Soldaten lieten zich van 10 meter hoog, naar beneden glijden. Beneden aangekomen, hadden ze geen vel meer op hun handen. Gewonden werden op een plank gelegd en zo afgevoerd. In de haast om het donkere ruim te verlaten, ontstond er een enorm gedrang op de smalle ladders. Er werd gevloekt, geduwd en op vingers getrapt. Op het strand stonden vrachtwagens klaar. Die vervoerden gewonden naar omliggende hospitalen. Overlevenden kregen in het dorp Les Hemmes de Marck eten en verzorging en werden daarna ingekwartierd in boerderijen in de omgeving. Grard Voets kwam terecht in een boerderij in het dorpje Qoquelles.
De barre tocht naar huis
Inmiddels was ook het Noorden van Frankrijk in Duitse handen. De grote groep Hollandse soldaten werd krijgsgevangen gemaakt en moest onder Duitse begeleiding afmarcheren. Er werd stevig doorgelopen onder barre weersomstandigheden, dwars door geulen, plassen en moerassen. “De Duitsers schoten af en toe in de lucht om te laten merken dat ze er nog waren”, schrijft Jan Couwenberg. Bewoners van dorpen boden onderweg eten aan. In Montereuil kwam plotseling het bericht dat alle soldaten van het Nederlandse ‘Brudervolk’, vrijgelaten moesten worden. De reis naar huis werd op eigen gelegenheid voortgezet. De groep van 1200 soldaten verbrokkelde steeds meer. Dat maakte de kans op eten of een lift, groter. Ze sliepen ’s nachts in boerderijen. Soms konden ze meeliften met vrachtwagens of Duitse kolonnes. Soms reisden ze een stuk per trein of bus. Het was een tocht vol ontberingen. Vaak werden ze door Duitse patrouilles aangehouden en moesten ze uitleggen dat ze Hollandse soldaten waren, op weg naar huis.
Weer thuis
Eind mei was Grard Voets weer in Brabant. Hij nam de trein naar Den Bosch en liep vandaar naar Heeswijk. Zijn fiets die hij daar had neergezet bij zijn laatste weekendverlof, stond er nog!
De ramp met de Pavon kostte volgens naspeuringen van Dr. Lou de Jong aan ongeveer 50 soldaten het leven en er waren honderden gewonden. Het verhaal is maar weinig in de publiciteit geweest. Na de bevrijding in 1945, was er geen behoefte om nog terug te kijken naar het begin van de oorlog.
“Mijn vader heeft er nooit over willen praten”, vertelt Jo van de Biggelaar-Voets. “Pas op zeer hoge leeftijd sprak hij er mondjesmaat over. In 1984 hebben we met mijn vader verschillende plekken uit zijn avontuur bezocht. In 2002, na zijn overlijden, hebben we als familie zijn zwerftocht nog eens overgedaan. Er waren veel emotionele momenten. Bij eb kwamen de restanten van de Pavon boven water. Mijn vader werd op 10 mei postuum onderscheiden met het Mobilisatie oorlogskruis. Hij, maar ook al die anderen, hebben dat verdiend!”
Meer lezen:
DramavandePavon Lees eboek
De Pavon op www.historiek.net
De tragedie met de Pavon op www.zuidfrond-holland1940.nl