Op Vorstenbosch-info plaats ik regelmatig berichtjes over Vorstenbosch vroeger. Berichten uit oude kranten met wat speurwerk aangevuld geven een beeld van het dorpsleven of gebeurtenissen in het dorp in vroegere tijden. Op de pagina Historische artikelen kun je oude verhalen teruglezen.
Deze keer heb ik krantenberichten over Vorstenbosch uit de krant van 100 jaar geleden 1918 op een rij gezet en aangevuld.
1918 was het laatste jaar van de eerste wereldoorlog. Nederland was weliswaar niet direct betrokken, maar zeker het zuiden van het land had veel last van de oorlog bij de buren. Na ruim drie jaren van oorlog was voedsel schaars en deels alleen met bonnen verkrijgbaar. Boeren waren verplicht om producten aan de overheid te leveren. Rogge mocht niet meer aan het vee gevoerd worden. De dorpen in Brabant waren overspoeld met Belgische vluchtelingen en soldaten van het Nederlandse leger die de grens met België bewaakten en verdedigden. De gemeenschap van Vorstenbosch bestond uit arme boerenfamilies, de pastoor, hoofdonderwijzer, de herbergiers en winkeliers en enkele vaklui.
Het jaar begon met een kwakkelwinter. Die werd, getuige onderstaand krantenbericht, fataal voor Gerarda en Frans, twee jonge kinderen van Lambertus en Johanna Ruijs-Ottens. De familie Ruijs woonde in de boerderij op de hoek van nu de Heuvel/Rietdijk. Gerarda was nog net geen 5 en was met haar jongere broertje van bijna 3 jaar ’s morgens om 10.00 uur even aan het oog van moeder ontsnapt. Ze hebben zich op het te slappe ijs, van waarschijnlijk een sloot aan de overkant in het Riet begeven en zijn er door gezakt. Er was niemand in de buurt om hen te redden.
De kwakkelwinter zorgde verderop in januari voor de nodige wateroverlast. Dat was aanleiding om de roep om het verharden van de weg tussen Vorstenbosch en Veghel weer eens uit de kast te trekken. Het duurde echter nog de nodige jaren voordat de weg ook daadwerkelijk werd aangelegd en het dorp uit haar ‘isolement’ werd verlost.
Een Vorstenbossche boer en de molenaar probeerden wat graan en meel achter te houden van de verplichte afdracht. Waarschijnlijk voor eigen gebruik, voor de dieren of om het verkopen. Maar de sterke hand kwam dat jaar twee keer om de hoek en nam eerst bij de molenaar een partij roggemeel in beslag en een week later een partij rogge bij de landbouwer Th.v.K. Dat zou een van Kessel kunnen zijn geweest. NB een vat was in deze streken ongeveer 17 liter.
De diefstal van 3 halve zijden spek was ook nieuws. Het bericht maakt melding van de schaarste aan voedsel in die tijd. Wie de gedupeerde J.S. was blijft nog even een raadsel. Omdat het bericht onder Uden is vermeldt woonde hij vermoedelijk op Bedaf.
In april 1918 werd een nieuwe onderwijzeres “in de nuttige handwerken” aangenomen op de openbare lagere school in Vorstenbosch. Johanna Gerarda Antonia Buunen kwam als 23 jarige vanuit Alphen (Gelderland). Ze woonde achtereenvolgens in bij het toenmalige hoofdmeester Loeffen, bij de broodbakker Marinus Vermeulen aan de huidige Kapelstraat en bij de Wit op de Heuvel. In 1922 vertrok ze naar Dreumel. Daar stond ze nog vele jaren voor de klas. Ze overleed op 55 jarige leeftijd.
Johanne Buunen 1924 Dreumel
De nuttige Handwerken werd in 1878 voor alle meisjes een verplicht vak. De wetgever bedoelde het goed. Arme meisjes, voor wie de lagere school toen eindonderwijs was, konden zo een vaardigheid leren die hun hele leven van pas zou komen. Bovendien zou hun schoolverzuim afnemen. Want als ze op school iets nuttigs leerden, hielden ouders hun dochters minder vaak voor allerlei hand- en spandiensten thuis. Een weldaad was de invoering ook voor de werkgelegenheid van onderwijzeressen, die tot dan toe maar mondjesmaat toegang kregen tot het gewone onderwijs. Maar nu waren ze opeens overal hard nodig om in alle klassen handwerkonderwijs te geven – mits ze bevoegd waren, dus een handwerkakte bezaten. Een win-win situatie. Het kwam dan ook zelden voor, dat aanstaande onderwijzeressen afzagen van de voorbereidingen op de handwerkakte. Ze wisten namelijk allemaal hoe belangrijk dat diploma was.
1 reactie
Leuk om zo iets van het Vorstenbosch aan vroeger te lezen.